Een beter milieu begint met staal

Een beter milieu begint met staal

Een beter milieu begint met staal

Een beter milieu begint met staal

Een beter milieu begint met staal

Aanbesteed op meerwaarde
Voor hoogwaardige nieuwe scholen tegen aanvaardbare kosten, sluit de gemeente Amsterdam donderdag 25 mei a.s. raamovereenkomsten met drie consortia.
Run op subsidieregeling emissieloos bouwmaterieel
Aanvragen voor SSEB-subsidie overschrijden (nu al) het beschikbare budget.
Mega-opslag voor duurzame elektriciteit in Delfzijl
In het Groningse Delfzijl komt de grootste opslagfaciliteit voor duurzame elektriciteit in Europa. De ‘mega-batterij’ kan straks ruim 1 GigaWattuur stroom bewaren.
Klaar voor gebruik: NTA hergebruik constructiestaal
Dinsdag 6 juni a.s. wordt in Leiden de NTA 8713 Hergebruik van constructiestaal gelanceerd.
Samen voor duurzame industrie
Nederland en Frankrijk hebben een overeenkomst gesloten tot nauwere samenwerking bij het verduurzamen van de industrie in beide landen.
Steeds meer stroom uit hernieuwbare bronnen
De winning van elektriciteit uit zonnepanelen, windmolens en andere hernieuwbare bronnen is in 2022 met 20% gestegen.
Steun voor verduurzaming industrie
De rijksoverheid stelt het bedrijfsleven 270 miljoen beschikbaar voor CO2-reductie.
Gulden Feniks 2023 open voor inschrijving
Nationaal Renovatie Platform opent inschrijving voor Gulden Feniks 2023.

Energieopslag in het materiaal

Winkelcentrum Cotroceni Park, Boekarest (M.Y.S. Architects).

Als de temperatuur in het gebouw stijgt, warmt een constructiemateriaal op. Het materiaal kan deze warmte (thermische energie) vervolgens vasthouden en later weer afgeven. Het vermogen daartoe heet thermische massa. In het algemeen bezitten zwaardere constructiematerialen een hogere thermische massa. Maar dat betekent niet dat je met een zware constructie altijd beter uit bent. Een lichte constructie is minstens zo goed.

De thermische massa van een constructiemateriaal is geen synoniem voor de massa van de constructie. De thermische massa wordt bepaald door drie materiaaleigenschappen:

  • de soortelijke warmte: de energie die nodig is om de temperatuur van het materiaal te laten stijgen;
  • de dichtheid: de massa van het materiaal per m3;
  • de warmtegeleidingscoëfficiënt: de hoeveelheid warmte die per graad Celsius temperatuurverschil door het materiaal gaat.

Naarmate de soortelijke warmte en dichtheid hoger zijn en de warmtegeleidingscoëfficiënt lager, is de thermische massa van het materiaal groter.

Zwaar of licht?

Of een gebouw met een zware of juist een lichte constructie energiezuiniger is gedurende een geheel jaar, is van vele factoren afhankelijk: het klimaat, de jaargetijden, de dag-/nachtcyclus, de ligging en projectering van het gebouw, de gebouwvorm, -indeling en -functie en de bezettingsgraad.

In het algemeen geldt dat in het voor- en najaar, als de temperatuurschommelingen tijdens de dag-/nachtcyclus groter zijn, een licht gebouw meer energie vraagt. Daarentegen heeft een zwaar gebouw meer energie nodig in de zomer en winter, als de temperatuur vrij constant blijft.
Bovendien reageert een licht gebouw met een lage thermische massa sneller. Bij bijvoorbeeld een hoge interne warmtelast of na een onverwacht koude nacht, kost ‘t minder energie om het gebouw op een comfortabele temperatuur te krijgen.


De energievraag van zware en lichte gebouwen is sterk afhankelijk van het seizoen.

Een belangrijke wetenschap is ook dat de thermische massa van een materiaal slechts gedeeltelijk wordt benut voor korte-termijnenergieopslag en -afgifte. Zo wordt van een massieve vloer hooguit de buitenste laag van 70–100 mm gebruikt. Bij normale dag-/nachtcycIi in een gematigd maritiem klimaat, zoals in ons land, zijn slechts de buitenste 40 tot 50 mm van nut.

Om de thermische massa van het materiaal effectief aan te spreken, moet de massa (thermisch) in contact staan met de ruimten in het gebouw. De massa mag bijvoorbeeld niet bedekt zijn met warmte-isolerende bouwdelen, zoals een geïsoleerd systeemplafond.